Remschijven monteren en verwijderen

Wist u dat 80% van uw remvermogen van de voorremmen komt? Daarom slijten de voorremmen ook sneller dan de achterremmen. En gezien het belangrijke werk dat uw remmen doen om de veiligheid van u en uw passagiers te garanderen, is het essentieel om ze te vervangen zodra u een probleem met de remmen opmerkt. Het kan zijn dat de remblokken tot het aangegeven minimumniveau zijn afgesleten, dat er een luid snerpend of kloppend geluid klinkt elke keer dat u op het rempedaal drukt of dat de remkracht is afgenomen.

Hoewel het vervangen van uw remschijven een vrij eenvoudige klus is, zijn er heel wat stappen die u moet volgen en u moet voorzichtig zijn om ervoor te zorgen dat er niets misgaat. Neem in geval van twijfel contact op met een deskundige monteur.

Het is aan te raden om uw remschijven altijd in paren te vervangen (dat wil zeggen beide voorste remschijven samen, of beide achterste) om ongelijkmatig remmen te voorkomen.

Stap 1: Voorbereiding

1. Bekijk uw huidige remschijven om te bepalen wat er precies vervangen moet worden – de remblokken, de remklauwen, de remschijven of al deze onderdelen. Het is een goed idee om meer onderdelen aan te schaffen dan u denkt nodig te hebben, omdat het dan een stuk makkelijker is om onderdelen te vinden voordat u aan het werk gaat. Bovendien, mits u de kassabon bewaart en de verpakkingen schoon en onbeschadigd zijn, kunt u eventuele overbodige onderdelen later weer terugbrengen.

2. Verzamel de gereedschappen die nodig zijn voor de klus. Dit houdt bijvoorbeeld in:

• Dopsleutels
• Koevoet
• Verschillende verlengstukken en doppen
• Steeksleutels
• Torx-sleutels, zeskantdoppen en omkeerbare torx-doppen
• Wielborgmoersleutel
• Kruissleutel/wielsleutel
• Klemschroef
• G-klem
• Hamer
• Moersleutel
• Ankerklemmen en knijptangen
• Hydraulische krik
• Krikstandaarden
• Breekijzer
• Draadborstel
• Handschoenen
• Kruipolie
• Kopervet

Stap 2: Wielen verwijderen

1. Parkeer de auto in uw werkruimte en zet de parkeer-/noodrem aan of plaats een houten blok achter de achterwielen (of achter de voorwielen als u aan uw achterwielen werkt).
2. Draai de wielmoeren los, maar laat ze nog zitten.
3. Krik de auto op en laat hem op de kriksteunen zakken. Zorg ervoor dat de kriksteunen onder een sterk deel van de auto staan, zoals het frame of subframe. Als u niet zeker weet waar u de kriksteunen moet plaatsen, raadpleeg dan het instructieboekje.
4. Na te hebben gecontroleerd of de kriksteunen correct zijn geplaatst, verwijdert u de wielen. Het is een goed idee om de verwijderde wielen onder de auto te plaatsen, vlak achter de kriksteunen, om ervoor te zorgen dat als de auto van de kriksteunen glijdt, de auto op de wielen belandt en niet op uw lichaam.

Stap 3: Remschijven vervangen

1. Verwijder de twee bouten die de remklauw op zijn plaats houden en schuif de remklauw naar buiten. Als die niet gemakkelijk naar buiten komt, gebruik dan een kleine koevoet. Gebruik bandklemmen om de remklauw aan de ophanging te houden, zodat deze de remleiding niet belast en niet kan vallen.
2. Verwijder de twee bouten aan de achterkant van de naaf die de remklauwhouder op zijn plaats houden. Deze zitten meestal erg vast, dus het is een goed idee om een breekijzer of een slagpistool te gebruiken. 

3. Verwijder de remblokken en controleer ze op slijtage. Breng antipiepvet aan op de achterzijde van de nieuwe remblokken. Zorg ervoor dat er geen vet op de remschijven of frictievoeringen van de remblokken komt.
4. Kijk of de remschijf een bevestigingsschroef heeft en indien dit het geval is: schroef hem los voordat u met een hamer op de remschijf slaat om deze te verwijderen.
5. Controleer de remschijf. Draai het oppervlak af met een kruispatroon, indien nog binnen de specificaties, of vervang de remschijf als deze te dun is om het oppervlak af te draaien. Het afdraaien van het oppervlak gebeurt meestal in een werkplaats of auto-onderdelenzaak.
6. Gebruik een draadborstel om de roest van de naaf te verwijderen om toekomstige corrosie te voorkomen.
7. Installeer de nieuwe (of afgedraaide) remschijf (met inbegrip van de bevestigingsschroef, indien aanwezig) en zorg ervoor dat deze waterpas zit.
8. Vervang de remklauwen (indien nodig). Vergeet niet om alle ontluchtingsnippels en -schroeven in de bovenste of bovenste positie te monteren, anders kunnen de remmen later niet meer worden ontlucht. Als u de remklauwen vervangt, is het een goed idee om de remslangen ook te vervangen.
9. Vervang de draagbouten en draai ze vast met een breekijzer of slagpistool.
10. Gebruik de C-klem en een oud remblok om de zuiger van de remklauw samen te drukken tot deze gelijk staat met de behuizing van de remklauw. Vergeet niet het remreservoir af te dekken om het risico op het afblazen van een leiding te verminderen en om te voorkomen dat verontreinigingen in de leiding terechtkomen. Reinig remvloeistof die uit het reservoir is gekomen, omdat remvloeistof de lak van de auto kan beschadigen of doen afbladderen als deze niet snel wordt verwijderd.
11. Monteer de remblokken in de ankerplaat en plaats de remklauw terug in de ankerplaat.
12. Verwijder de dop van het remvloeistofreservoir om ervoor te zorgen dat de opgebouwde druk kan ontsnappen. Gebruik een G-klem om de zuiger van de remklauw weer naar binnen te duwen, zodat deze op een lijn ligt met de remklauw. Monteer de remklauwbouten en draai ze vast.
13. Controleer of de remschijf vrij kan bewegen wanneer de remmen niet worden bediend.
14. Herhaal deze stappen voor alle remschijven die u wilt vervangen. Vergeet niet dat u de remmen in paren dient te vervangen (het voorste paar of het achterste paar) om een gelijkmatige remwerking te garanderen.

Stap 4: Wielen terug plaatsen en testen

1. Plaats de wielen terug en draai de wielmoeren aan. Laat de auto op de grond zakken en haal de wielen aan met een momentsleutel. Herhaal dit voor alle wielen.
2. Pomp met de rem totdat de druk is opgebouwd. Dit vereist meestal 3 maal pompen met het pedaal.
3. Controleer de remslangen op lekkage als u de remklauwen hebt vervangen.
4. Maak een proeftestrit. Plaats een paar wielblokken een beetje achter en voor de voor- en achterwielen van de auto, zodat u korte bewegingen kunt maken terwijl u heen en weer rijdt om de remmen te testen.
5. Maak een echte proefrit op de snelweg. Trek op tot 95 km/u, vertraag geleidelijk tot 65 km/u en herhaal dit een paar keer. Doe dit dan nog een keer, nu met een topsnelheid van 80 km/u en een lage snelheid van 50 km/u. Rijd een tijdje normaal, luister goed of u piepende of kloppende geluiden hoort. Hoort u niets, dan is de klus met succes geklaard.
6. Denk eraan dat de remmen moeten worden ingelopen. Dit betekent dat u niet te hard moet afremmen gedurende de eerste 200 km of zo.

Wilt u zien hoe een remschijf wordt gemonteerd? Bekijk deze nuttigevideo van Champion.

De inhoud van dit artikel is uitsluitend bedoeld voor ontspannings- en informatiedoeleinden en dient niet te worden gebruikt in plaats van professioneel advies in te winnen bij een erkende technicus of monteur. Wij raden u aan om een erkende technicus of monteur te raadplegen als u specifieke vragen of twijfels hebt met betrekking tot een van de onderwerpen die in dit document aan de orde komen. In geen geval zijn wij aansprakelijk voor enig verlies of schade veroorzaakt door uw vertrouwen op eender welke inhoud.